Een kijkje in het leven van een geochronoloog

27 juli 2020
Sander Hilgen

Tekst door: Manon de Visser, onderzoeker bij Naturalis

Binnen Naturalis worden een hoop, uiteenlopende onderzoeken uitgevoerd. Dagelijks leren de wetenschappers dus niet alleen van hun eigen project, maar ook van elkaar! Als biologe ondervraag ik regelmatig mijn collega’s over hun werk. Dit keer leidde dat tot een interessant gesprek met promovendus Sander Hilgen, die door zijn omgevingsreconstructies unieke inzichten verkrijgt over het verleden, inclusief de evolutie van de mens.

Volg onze verhalen

Bij Naturalis zijn we dag en nacht bezig om de collectie aan te vullen als rijksmuseum, academisch onderzoeksinstituut en erfgoedinstelling.

FacebookTwitterInstagramYouTube

Interesse
voor geschiedenis

“Ik heb archeologie gestudeerd vanuit mijn interesse voor geschiedenis, maar houd mij nu vooral bezig met de geochronologie. De archeologie focust wat meer op de culturen van oude beschavingen, terwijl wat ik doe juist wat meer gericht is op de geschiedenis van de aarde – bijvoorbeeld hoe het landschap er vroeger uitgezien moet hebben. Stiekem ben ik denk ik deels in dit vakgebied terecht gekomen omdat mijn vader geoloog is. Toen ik klein was gingen we op omgeploegde akkers al op zoek naar oude, vuurstenen werktuigen, bijvoorbeeld als we op vakantie waren in Frankrijk of op het strand van de Maasvlakte.”

Een grondboring in de rijstvelden rond Trinil om te kijken wat er in de ondergrond te vinden is. Zo kun je zonder een diep gat te graven toch veel zien.

Grondboring

In de voetsporen van
Eugène Dubois

Het promotieonderzoek van Sander wordt begeleid door José Joordens. Samen met haar en met Eduard Pop, doet Sander onderzoek naar de Dubois-collectie van Naturalis. Maar wat is de Dubois-collectie eigenlijk?

“Eugène Dubois was een Nederlandse onderzoeker die op Java, onder andere in Trinil, op zoek was naar fossielen van de zogenaamde ‘missing link’: het fossiel van de mensachtige die de moderne mens van vandaag en de voorouderlijke aapachtigen van heel lang geleden aan elkaar kon koppelen. Die ‘missing link’ werd inderdaad door Dubois gevonden en die vroege mensachtige is nu bekend onder de naam Homo erectus.

Linksonder bij het blauwe zeil, gelegen langs de Solorivier, ligt de plek waar Dubois de eerste resten van Homo erectus vond. Op de achtergrond de Lawu vulkaan.

Solorivier

onderzoeksgebied
Trinil

De fossielen waar Sander aan werkt, zijn gedeeltelijk ook voor het publiek te bewonderen in de Vroege Mens-zaal van het museum. Sanders team richt zich vooral op het onderzoeksgebied Trinil, waar sinds kort weer onderzoek wordt gedaan naar aardlagen die ongeveer tussen een half en één miljoen jaar oud zijn. Waarom keert het onderzoeksteam juist nu terug naar Trinil? Het doel van het onderzoek is de Dubois collectie beter te begrijpen.

“We hopen fossielen en botten terug te vinden die soortgelijk zijn aan die uit de Dubois collectie. Allereerst om uit te kunnen vogelen welke fossielen uit welke laag komen en hoe oud deze precies zijn, maar dus ook om aan de hand daarvan de vroegere omgeving te reconstrueren. Dat doe ik gebaseerd op de stratigrafie, dus de opeenvolging van de verschillende aardlagen in de bodem. Aan de hand van de fossielen en pollen uit die lagen probeer ik te bepalen wat voor soort dieren liepen er vroeger rondliepen, of wat voor planten er groeiden bijvoorbeeld. Of ik kijk of er ooit een moeras lag, of een rivier, of iets anders. En of het een droog klimaat geweest moet zijn, of juist nat. Dat soort dingen. Een hoop is namelijk nog niet precies bekend, maar vandaag de dag kunnen we die dingen veel nauwkeuriger bepalen met moderne technieken.”

Het meest bijzondere aan zijn PhD, laat Sander weten, is het doen van veldwerk op Java. Hoe verloopt zo’n werkdag in Trinil precies?

“Trinil is echt een unieke plek midden op het eiland Java en het gebied staat ook wel bekend als de hel van Java. Heel toepasselijk, het is er tijdens veldwerk bijna constant 38 graden en goed vochtig en benauwd, dus het was altijd hard werken en zweten. Wanneer we het veld in gingen, groeven we direct op de site op, of namen we een kijkje in de omgeving. Gelukkig werden we iedere dag beloond met veel heerlijke, warme, maaltijden - hoewel rijst met tempeh als dagelijks ontbijt ook wel een beetje ging vervelen op den duur, haha.”

Met een boor worden monsters voor paleomagnetisme genomen. Hiermee wordt later de richting van het aardmagneetveld ten tijde van het afzetten van het sediment bepaald.

boren

Last van de
corona-maatregelen?

Uit nieuwsgierigheid vroeg ik Sander ook of hij voor de progressie van zijn onderzoek geen last heeft van de wereldwijde corona-maatregelen en de lockdown?

“Gelukkig kwam ik net terug van labwerk uit Duitsland voordat de grenzen sloten. Al mijn veldwerk en metingen in het lab zijn nu in principe uitgevoerd. Ik heb nu genoeg te doen om de data te analyseren en ik kan prima thuiswerken, dus mijn onderzoek gaat gerust door!”

Meer weten over waar Sander Hilgen zich mee bezig houdt? Zie zijn profielpagina.