Warme steden sturen slakkenevolutie

23 juli 2019
Verschillende patronen en kleuren tuinslakken

Citizen science-project in Communications Biology

De leefomstandigheden in steden sturen de evolutie van plant- en diersoorten in de stad. Het zogeheten stedelijke warmte-eiland - verhoogde temperaturen in het stadscentrum als gevolg van een combinatie van opwekking, reflectie en het opvangen van warmte - is een van die omgevingsfactoren. Hoogleraar Menno Schilthuizen, auteur van Darwin in de stad, en onderzoeker Niels Kerstes van Naturalis onderzochten samen met Vincent Kalkman en Thijmen Breeschoten hoe de stedelijke temperatuur de evolutie van slakkenhuisjes beïnvloedt. Op 19 juli 2019 verscheen hun artikel Snail shell colour evolution in urban heat islands detected via citizen science in Communications Biology.

Volg onze verhalen

Bij Naturalis zijn we dag en nacht bezig om de collectie aan te vullen als rijksmuseum, academisch onderzoeksinstituut en erfgoedinstelling.

FacebookTwitterInstagramYouTube

"We hebben bijna 8.000 foto’s van tuinslakken ontvangen, ingestuurd door citizen scientists, vaak via onze Snailsnap-app - een initiatief van Naturalis, Waarneming.nl en EIS Kenniscentrum Insecten,"  licht Niels Kerstes toe. "We hebben de slakken allemaal ingedeeld op de kleur van het huisje en op de hoeveelheid donkere banden die eroverheen lopen. Bij iedere foto hadden we ook locatiegegevens: zo konden we kleur en bandering van de slakken relateren aan omgevingsfactoren: stedelijk/niet-stedelijk, temperatuur, neerslag en het stedelijke hitte-eiland. In steden is het warmer dan daarbuiten."

Kerstes en Schilthuizen vonden dat slakken gemiddeld lichter van kleur waren op warmere plekken en dat het aandeel gele slakken groter was op plekken met een hogere temperatuur. In stedelijke gebieden en op plekken waar het effect van het stedelijk warmte-eiland groter was, waren ook meer gele slakken. Gele slakken op warmere locaties hadden bovendien vaker banden aan de onderkant van hun huisje, en minder aan de bovenkant.

Cepaea nemoralis in verschillende vormen en kleuren

"Deze resultaten komen overeen met het voorspelde effect van de stedelijke omgeving op de evolutie van de slakkenhuisjes," aldus Kerstes. "Gele slakken zijn lichter van kleur dan hun roze of bruine soortgenoten en kunnen daardoor beter tegen warmte en droogte. Geel weerkaatst het meeste zonlicht, waardoor de slakken minder snel opwarmen."

Kerstes en Schilthuizen zetten hun citizen science-project rondom stedelijke evolutie voort in het door de gemeente Leiden en Naturalis gefinancierde project Evoscope, met experimenten rond slakken, koolmezen, kauwtjes en paardenbloemen. Door goed in beeld te brengen hoe planten en dieren zich aanpassen aan de uitdagingen in de stad, is vast te stellen hoe snel en efficiënt evolutie kan werken. Daarnaast geeft het inzicht in hoe de stad anders ingericht kan worden om het leven van planten, dieren én mensen in de stad te verbeteren.

SnailSnap app
Cepaea nemoralis

Noot
voor de redactie

Menno Schilthuizen en Niels Kerstes zijn op reis tot eind juli; Menno Schilthuizen is vrijdag 19 juli, zaterdag 20 juli en zondag 21 juli beschikbaar om via e-mail en/of telefonisch een toelichting te geven op het slakkenonderzoek en Evoscope.

Het artikel in Biology Communications is online te raadplegen. DOI https://doi.org/10.1038/s42003-019-0511-6

Bijgesloten foto's zijn vrij voor gebruik onder vermelding van Naturalis Biodiversity Center/Evoscope

Contact
Erik van Zwol, communicatieadviseur, erik.vanzwol@naturalis.nl, 071 751 9182
Algemeen nummer communicatieafdeling 071 751 95 48 (buiten kantoortijden 06 - 35 11 29 99)