Herkomst van de Naturalis-collecties

Vlindercollectie Naturalis

Onze collecties zijn gedurende eeuwen verzameld voor wetenschappelijk onderzoek. Ze zijn als een catalogus van al het leven op aarde. Deze enorme collectie van 43 miljoen objecten, waarin planten, dieren, schimmels en mineralen van vroeger tot nu uit verschillende gebieden op aarde bij elkaar worden bewaard, is voor het wetenschappelijk onderzoek in Nederland en daarbuiten van grote waarde.

Doorzoek de collectie digitaal via ons Bioportal of in GBIF.

Verzamelen
in het verleden

Met de opkomst van het verzamelen van collecties van naturalia in de 16e en 17e eeuw, maar vooral met de opkomst van de verlichting in de 18e en 19e eeuw, nam de belangstelling voor dieren, planten en mineralen uit andere delen op aarde sterk toe. Iedere kans die biologen kregen om mee te varen naar verre oorden werd aangegrepen om naturalia te verzamelen. De historische collecties laten die zoektocht zien naar nieuwe en bijzondere soorten voor de wetenschap, maar ook naar nuttige planten, dieren en mineralen die van economisch belang zouden kunnen zijn als medicijn, voedsel, kleurstof, delfstof, plantageproduct, etc.

Zo werden hier en ook in andere landen steeds grotere wetenschappelijke collecties opgebouwd. Nederlandse onderzoekers maakten vaak gebruik van het verkeer naar ‘de Oost’ en later ook naar ‘de West’ door mee te varen op Nederlandse schepen. Als je de collecties van de andere grote musea in Europa bekijkt, zoals Londen, Parijs, Brussel en Berlijn, dan zie je hetzelfde beeld, waardoor er in die collecties een sterke relatie is ontstaan tussen die westerse landen en de toenmalige overzeese gebiedsdelen. Naturalis is zich bewust van de geschiedenis van haar collecties, en de koloniale context waaronder deze collecties verzameld zijn. De omstandigheden waren niet altijd gelijkwaardig, vrijwillig of rechtmatig.

Onderzoek naar
het koloniale verleden

Aandacht voor het koloniale verleden en herstel van onrecht is van groot belang. Het is daarom goed dat er onderzoek naar de herkomst van objecten in Nederlandse musea gedaan wordt die van cultureel, historisch of religieus belang zijn voor het land van herkomst. Daarbij kan bepaald worden of deze in het verleden gestolen zijn of onder druk ontvreemd. Aangezien de collecties van de Rijksmusea van de Nederlandse Staat zijn, beslissen musea niet zelf over overdracht van dergelijke objecten. Een onafhankelijke commissie adviseert de minister op basis van het herkomstonderzoek dat musea moeten uitvoeren. Uiteraard werkt ook Naturalis graag mee aan dit onderzoek door de commissie van informatie te voorzien en eventuele vragen te beantwoorden.

Geroofde kunst moet worden teruggegeven, en daar heeft de regering zich ook duidelijk uitgesproken. Wanneer het herkomstonderzoek geen duidelijke antwoord op de vraag geeft hoe objecten in de collectie zijn gekomen, of wanneer de objecten niet onder dwang zijn verkregen maar wel een groot historisch belang vertegenwoordigen, zal de commissie een oordeel vellen. Meer over de procedure in de Kamerbrief (.PDF)

De vraag is nu actueel of de Dubois-collectie van Naturalis voldoet aan het Nederlandse teruggavebeleid. Dat is niet aan Naturalis, maar aan een commissie en de staatssecretaris. Als die besluiten tot teruggave, zal Naturalis daar volledige medewerking aan verlenen. 

De collectie
van Naturalis

Er kunnen  ook in de Naturalis-collectie objecten zitten die voor de landen waarin deze zijn gevonden van grote waarde zijn. Zo heeft de Indonesische regering aangegeven dat de collectie van de Nederlandse onderzoeker Dubois door de commissie moet worden bekeken. Naturalis heeft begrip voor het Indonesische verzoek en zal met de grootste zorg herkomstonderzoek uitvoeren in samenwerking met haar Indonesische collega’s.

Klein deel van de collectie Dubois. Schildpadschilden, olifantenschedels, herten

Eugène
Dubois

Dubois was een belangrijke Nederlandse wetenschapper. Hij werd in 1858 geboren en groeide op in het zeer katholieke Zuid Limburg. Nadat hij de boeken van Darwin had gelezen over de evolutie ging hij op zoek naar bewijzen dat de mens evolutionair afstamt van de apen. Hij was ervan overtuigd dat de ‘missing link’ in Zuid-Oost Azië te vinden zou zijn, en besloot zich met zijn hele gezin in te schepen om daar te gaan zoeken. In 1891 vinden de (dwang-)arbeiders die voor hem werken vele duizenden fossielen van olifanten, schildpadden, schelpen, planten. En een fossiel van een merkwaardig schedelkapje, een kies en dijbeen van een soort die zowel kenmerken van een mensaap als van een moderne mens had. Het ongelooflijke was gebeurd: Dubois had het evolutionaire verband tussen aap en mens gevonden. Deze vondst zou hem wereldberoemd maken. 

De fossielen die Dubois vond, bleken later van Homo erectus te zijn, een ‘hominide’, een diersoort die evolutionair tussen tussen aap en mens staat. Deze soort leefde vele honderdduizenden jaren voordat de moderne mens verscheen. De soort ontstond in Afrika en vestigde zich over de hele wereld, in Afrika, Azië en zelfs in Europa. Omdat het de eerste keer was dat zo'n fossiele soort werd gevonden, was deze vondst enorm belangrijk in de zeer verhitte discussie tussen wetenschappers die overtuigd waren dat de mens het product is van de evolutie, en de kerken die vasthielden aan het dogma dat de mens door god is geschapen. 

Internationaal
Knooppunt

Nadat de collectie door Dubois aan Naturalis was geschonken, is er vele decennia met veel succes onderzoek gedaan naar de evolutie van hominiden. Dit onderzoek is de afgelopen eeuw steeds omvangrijker en belangrijker geworden. Naturalis is inmiddels een internationaal knooppunt geworden in het onderzoek naar de evolutie van de mens. De tienduizenden door Dubois bijeengebrachte fossielen zijn daarin nog steeds zeer belangrijk. Zij leveren niet alleen zicht op de evolutie van hominiden, zoals die plaatsvond honderdduizenden jaren voordat de moderne mens ontstond, maar geven ook een goed beeld van het ecosysteem waar deze soorten in leefden. 

Het onderzoek naar de evolutie van de mens zeer internationaal geworden, zowel in Nederland als in Indonesië, waar inmiddels vele honderden fossielen van hominiden zijn gevonden. Het is deze internationale samenwerking, waarbij ook onderzoekers uit Australië, de VS, Afrika en Europa een grote rol spelen, die ervoor zorgt dat in een recordtijd steeds meer licht wordt geworpen op de  enorm ingewikkelde maar fascinerende ontstaansgeschiedenis van hominiden en de moderne mens.

Museale
presentatie

 

 

Omdat deze fossielen zo iconisch zijn en omdat het verhaal van Dubois op ongeëvenaarde manier de kracht en het belang van wetenschappelijk onderzoek laat zien, is in het museum een hele zaal aan hem gewijd. Daar vertellen we over de jonge onderzoeker, zijn zoektocht naar de ‘missing link’, zijn succes en zijn botsingen met de kerkelijke en wetenschappelijke wereld na zijn thuiskomst in Nederland. Het originele schedelkapje, dijbeen en kies worden in een geklimatiseerde vitrine getoond. Een levensecht beeld, gemaakt door de gebroeders Kennis, laat zien hoe Homo erectus er heeft uitgezien. Kopieën van het schedelkapje zijn te zien in vele musea in de wereld.

We streven ernaar dat het verhaal over Eugène Dubois recht doet aan de context waarin deze collectie verkregen is. Daarom hebben we kritisch gekeken naar de teksten en beelden in de presentatie en die recent aangepast. Mogelijk dat er in de toekomst nog meer van zulke aanpassingen zullen volgen.

Beeld van Homo erectus door Kennis&Kennis
Schedelkapje Homo erectus