Basiskwaliteit Natuur

Basiskwaliteit Natuur (BKN) verwijst naar de basisvoorwaarden die nodig zijn voor het voortbestaan van algemene soorten. Deze voorwaarden zijn niet alleen van groot belang voor natuur, maar ook voor de gezondheid en het welzijn van de mens — denk aan schone lucht en schoon (drink)water. BKN draait dus om het bevorderen van een gezonde en veerkrachtige leefomgeving voor mens én natuur.

Project
samenvatting

De leefomgeving in Nederland staat onder druk: algemene soorten verdwijnen steeds vaker uit het landschap. Voor een gezonde, veerkrachtige natuur is het essentieel om te werken aan BKN in zowel landelijk als bebouwd gebied. Dit betekent dat de condities op het gebied van abiotiek (bodem- en waterkwaliteit), inrichting (structuurvariatie, soortensamenstelling) en beheer (maai- en oeverbeheer) op orde zijn, zodat algemene soorten kunnen terugkeren en floreren.

Het doel van de kennisontwikkeling rond BKN is om kennis te ontwikkelen, bundelen en toegankelijk te maken, zodat er een gezamenlijke taal en concrete handvatten ontstaan. Daarmee kunnen betrokken partijen BKN effectief toepassen in heel Nederland. Dit project richt zich op het vergroten van kennis en het ontwikkelen van praktische adviezen die bijdragen aan het herstel en instandhouding van natuur in Nederland.

Wat levert
het project op?

Het project zal diverse producten opleveren met praktische aanbevelingen en handvatten voor beleidsmakers, beheerders en andere betrokkenen om aan de slag te gaan met Basiskwaliteit Natuur. Er worden onder meer handreikingen ontwikkeld die inzicht geven in de ecologische randvoorwaarden voor BKN in zowel landelijk als stedelijk gebied.

Vooruitblik naar 2030:

In de stad betekent dit dat bij ruimtelijke ingrepen structureel rekening wordt gehouden met de basiscondities voor stadsnatuur. Bewoners zetten zich actief in voor natuur en klimaat in hun tuin, bedrijven bevinden zich op groene bedrijventerreinen, en sportvelden worden omgeven door natuur.

Op het platteland is de waterkwaliteit verbeterd, waardoor het waterleven terugkeert. Oevers worden ecologisch beheerd en vormen een bron van voedsel en schuilplekken voor insecten, vogels en andere dieren. Agrariërs werken met duurzame verdienmodellen en leveren tegelijkertijd een bijdrage aan een natuurlijk en biodivers landschap.